Tag Archief van: vaccinatie

Waarom baby’s vaccineren tegen hepatitis B?

“Wereldwijd kampen ongeveer 240 miljoen mensen met een chronische infectie door het hepatitis B-virus. Elk jaar overlijden meer dan 686.000 mensen aan de gevolgen van een infectie met hepatitis B, zoals cirrose of leverkanker.” WGO – juli 2016.

In België is minder dan 2 % van de bevolking drager van het virus en dat is te danken aan een hoge vaccinale dekking. Ondanks dit lage cijfer blijft hepatitis B een van de zorgwekkendste infectieziekten.

Hepatitis B: virus en symptomen

Hepatitis B is een besmettelijke ziekte en wordt veroorzaakt door het HBV-virus, dat de lever treft. Het virus wordt overgedragen langs het bloed of via lichaamsuitscheidingen. De patiënt raakt besmet door contact met het bloed (gezondheidswerkers, bloedtransfusie, …).

Tijdens de zwangerschap en/of de bevalling kan het virus ook van moeder op kind worden overgedragen (zogenaamde verticale overdracht).

Zodra het virus is opgelopen, kan het een infectie van de lever uitlokken, acute hepatitis. De infectie kan onopgemerkt blijven of een ziektebeeld uitlokken met een gele verkleuring van de huid en de ogen, hoofdpijn, buikpijn, misselijkheid en grote vermoeidheid. Acute hepatitis B kan in extreme gevallen fataal zijn.

Het virus kan nog een ander type infectie uitlokken, namelijk chronische hepatitis. Deze vorm veroorzaakt geleidelijk ernstige en onomkeerbare letsels aan de lever (cirrose en leverkanker). Deze aandoeningen worden behandeld met chemotherapie, een antivirale behandeling en chirurgie, wat bijzonder zwaar is en met wisselend succes.

Het risico dat de infectie chronisch wordt, is des te groter bij jonge patiënten. Een baby die in zijn eerste levensjaar wordt getroffen door hepatitis B, heeft 80 % meer risico om een chronische hepatitis te ontwikkelen. Tijdens de volgende drie jaar neemt het risico weliswaar af, maar het blijft groot (30 à 50%).

“Hoe jonger kinderen worden getroffen door de ziekte, des te groter is het risico dat ze leverkanker zullen ontwikkelen”, benadrukt Sarah Jourdain, infectiologisch pediater in de Iris Ziekenhuizen Zuid.

Preventie door op jonge leeftijd te vaccineren is dus van cruciaal belang. Er bestaat immers een veilig en doeltreffend vaccin waarmee we de ontwikkeling van zowel acute als chronische infecties kunnen voorkomen. Sinds 1982 werden meer dan een miljard dosissen van dat vaccin toegediend. Niet alleen hun doeltreffendheid, maar ook hun veiligheid is aangetoond.

In België bestaat het vaccinatieschema voor hepatitis B uit 4 dosissen: de eerste dosis op 2 maanden, de tweede dosis op 3 maanden, de derde dosis op 4 maanden en de laatste dosis op 15 maanden. De 4 dosissen worden toegediend via een gecombineerd vaccin tegen zes infectieziekten.

Tien vooroordelen rond vaccinatie

Er doen heel wat misvattingen de ronde over vaccinatie bij kinderen (en volwassenen). Sommige worden zelfs van generatie op generatie doorgegeven hoewel al lang bewezen is dat ze niet kloppen. In het kader van de Europese Vaccinatieweek vonden we het dan ook belangrijk om samen met de specialisten van ons ziekenhuis klaarheid te scheppen over vaccinatie bij kinderen.

We legden daarvoor Professor Pierre Smeesters op de rooster. Het hoofd van de dienst pediatrie van het UKZKF is tevens een befaamd onderzoeker op het gebied van infectiologie bij kinderen.

                                                                            

Vooroordeel nr. 1: De verbeterde hygiëne en waterzuivering zullen ziekten elimineren. Vaccins zijn overbodig. FOUT

Prof. Pierre Smeesters: “Het is fout om te stellen dat een betere hygiëne een virus kan uitroeien. Hoewel een goede hygiëne de verspreiding van ziektekiemen wel degelijk vermindert of vertraagt, kan ze niet verhinderen dat besmettelijke ziekten worden overgebracht. Zo zijn de mazelen, een ziekte die nochtans erg zeldzaam is geworden, de jongste jaren weer in opmars in België. Aangezien er geen behandeling bestaat, is het belangrijk om zich te laten vaccineren om zo een mazelenepidemie te voorkomen.”

Vooroordeel nr. 2: Vaccins hebben schadelijke neveneffecten op lange termijn die nog niet bekend zijn. Vaccinatie kan zelfs dodelijk zijn. FOUT

Prof. Pierre Smeesters: “Vaccinatie is niet perfect maar de vaccins zijn uitermate veilig. Omdat bepaalde personen last kunnen hebben van lokale reacties (pijnlijke armen), lichte koorts of – veel zeldzamer – voorbijgaande allergische reacties, is het belangrijk dat de vaccinatie steeds goed wordt omkaderd. Ernstige post-vaccinale reacties komen echter maar heel sporadisch voor en wegen niet op tegen de gevolgen die niet-ingeënte personen kunnen overhouden aan ziekten zoals polio (verlamming) of mazelen (hersenontsteking of blindheid).

Vaccins zijn onderworpen aan een doorgedreven, voortdurende en transparante controle. Alle eventuele neveneffecten zijn bekend en worden heel duidelijk omschreven in de bijsluiters van de verschillende vaccins. Bepaalde zeldzame neveneffecten zoals algemene allergische reacties (anafylactische shock) zijn niet uitgesloten maar uw arts beschikt steeds over een doeltreffende behandeling. De risico’s van dergelijke zeldzame reacties vallen bovendien in het niets in vergelijking met de risico’s van niet-vaccinatie. De inenting van kinderen en volwassenen volledig afschaffen is uitermate gevaarlijk en kan dodelijk zijn.”

Vooroordeel nr. 3: Het gecombineerde vaccin tegen difterie, tetanus en kinkhoest en het vaccin tegen poliomyelitis zijn verantwoordelijk voor wiegendood bij zuigelingen. FOUT

Prof. Pierre Smeesters: “Er bestaat geen oorzakelijk verband tussen de toediening van deze vaccins en wiegendood. Deze vaccins worden echter toegediend op een leeftijd dat baby’s kunnen sterven aan wiegendood. Als we de curve met het aantal gevallen van wiegendood bekijken (zie onderstaande grafiek), gaat deze duidelijk in dalende lijn terwijl de curve met het aantal vaccins bij kinderen sterk is gestegen in de jaren 2000 en zich daarna heeft gestabiliseerd.

Ook mogen we niet vergeten dat deze vier ziekten (difterie, tetanus, kinkhoest en polio) dodelijk kunnen zijn en dat baby’s die niet worden ingeënt het risico lopen te sterven of ernstige handicaps over te houden aan deze ziekten.”

Vooroordeel nr. 4: De ziekten die door het vaccin kunnen worden vermeden, zijn nagenoeg uitgeroeid in mijn land. Ik zie dan ook geen reden om me te laten inenten. FOUT

Prof. Pierre Smeesters: “Ziekten zoals de mazelen en kinkhoest zijn nog steeds aanwezig in onze streken. In 2016 werden er tussen januari en juni 67 gevallen van de mazelen aangegeven, waaronder 55% bij niet-gevaccineerde patiënten en 9% bij deels gevaccineerde patiënten. 28 personen werden in het ziekenhuis opgenomen, waaronder twaalf kinderen jonger dan vijf en vier kinderen jonger dan negen. Ook dit jaar werden al verscheidene gevallen van de mazelen vastgesteld bij kinderen in België. Aangezien het aantal inentingen de voorbije jaren is afgenomen, zijn minder personen beschermd, waardoor het virus zich sneller kan verspreiden. Zeker bij kinkhoest wordt al te vaak vergeten dat het om een dodelijke ziekte gaat. Tussen 2010 en 2014 stierven vier kinderen jonger dan vijf aan kinkhoest, terwijl er een veilig en doeltreffend vaccin verkrijgbaar is.”

Vooroordeel nr. 5: De kinderziekten die met vaccins kunnen worden vermeden, behoren gewoon tot de onaangename dingen des levens. FOUT

Prof. Pierre Smeesters: “Ziekten die met een vaccin kunnen worden vermeden, mogen zeker niet beschouwd worden als een ‘onaangenaam verschijnsel’. Ziekten zoals de mazelen, bof en rodehond zijn zware ziekten, die zowel bij kinderen als bij volwassenen ernstige complicaties met zich kunnen meebrengen. Denk maar aan een longontsteking, hersenontsteking, blindheid, diarree, oorziekten of congenitaal rubellasyndroom (wanneer een vrouw bij het begin van de zwangerschap besmet raakt met rubella). Sommigen overleven deze complicaties zelfs niet. Incontinentie, doofheid, gedeeltelijke of volledige blindheid … Dit kunnen we geen ‘onaangenaamheden’ meer noemen. Dit zijn handicaps die de levenskwaliteit sterk verlagen.”

Vooroordeel nr. 6: Kinderen meer dan een vaccin tegelijk geven, kan het risico op nefaste neveneffecten verhogen en het immuunsysteem van het kind overbelasten. FOUT

Prof. Pierre Smeesters: “Wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat de gelijktijdige toediening van meerdere vaccins geen nefaste impact heeft op het immuunsysteem van het kind. Kinderen worden dagelijks blootgesteld aan verscheidene honderden exogene stoffen die een immuunrespons uitlokken. Kijk naar kinderen rond u: in hun eerste levensjaar steken ze zowat alles in hun mond om de wereld te ontdekken. Hun immuunsysteem wordt gekoloniseerd door bacteriën, miljarden bacteriën. Dat bewijst dat het menselijke lichaam een fantastische machine is, die verscheidene vaccins tegelijk aankan, zonder risico op neveneffecten. Gecombineerde vaccins zoals dat tegen de mazelen, bof en rodehond zorgen er bovendien voor dat er minder injecties en dus minder doktersbezoeken nodig zijn.”

Vooroordeel nr. 7: Men vaccineert meer dan vroeger en te veel. FOUT

“De voorbije dertig jaar is de samenstelling van de vaccins ingrijpend veranderd. Als we even de vergelijking maken met een boom, zien we dat we deze kunnen opsplitsen in bladeren, schors en takken. Die onderdelen vormen echter geen boom op zich. Hetzelfde geldt voor bacteriën, die men kan opsplitsen in proteïnen, suiker en DNA. Veel vaccins die aan uw kind worden toegediend, bevatten enkel een proteïne of een suiker van de bacterie in kwestie. Er zitten dus geen levende organismen in deze vaccins. Als we de vaccinprogramma’s van 2017 vergelijken met die van veertig jaar geleden, zien we dat de samenstelling sterk gewijzigd en vereenvoudigd is. Vandaag kunnen we zeggen: “We vaccineren minder maar beschermen beter.” De vaccins zijn namelijk zuiverder (ze bevatten slechts een onderdeel van de bacterie en geen levende cel) en beschermen ons tegen meer ziekten.” 

Vooroordeel nr. 8: We kunnen onze immuniteit beter verzekeren door de ziekte dan door vaccins. FOUT

Prof. Pierre Smeesters: “Het is waar dat ons lichaam zijn immuunsysteem op doeltreffende wijze ontwikkelt en een langdurige bescherming verzekert. Deze processen vragen echter tijd en zijn vaak niet zonder risico wanneer het om ernstige ziekten met zware gevolgen gaat. Het vaccin helpt het lichaam om zijn immuunsysteem te versterken maar lokt de ziekte niet uit en stelt geïmmuniseerde personen niet bloot aan eventuele complicaties van de ziekte.

Helaas kunnen bepaalde kinderen met zogeheten immuundeficiëntie niet worden ingeënt. Omdat hun immuunsysteem niet naar behoren werkt, zouden ze niet goed reageren op bepaalde vaccins. Voor deze kinderen kan contact met niet-ingeënte kinderen die drager zijn van de ziekte, fataal zijn. Ieder mens heeft dus de maatschappelijke verantwoordelijkheid om zichzelf correct te beschermen en zo de anderen te beschermen.

Vooroordeel nr. 9: Vaccins bevatten kwik en aluminium, twee gevaarlijke stoffen. FOUT

Prof. Pierre Smeesters: “Thiomersal is een organisch, kwikhoudend bestanddeel dat aan bepaalde vaccins wordt toegevoegd als bewaarmiddel. Het is het meest gebruikte bewaarmiddel voor vaccins aangeboden in flacons met meerdere dosissen. Er bestaat geen enkel bewijs dat de hoeveelheid thiomersal gebruikt in vaccins een risico zou vormen voor de gezondheid.

Aluminium wordt dan weer gebruikt om vaccins te steriliseren en te stabiliseren. Ook deze stof is uiteraard in een heel beperkte hoeveelheid aanwezig (4 mg), minder dus dan in moedermelk (10 mg) of poedermelk (40 mg).

Vaccins bestaan al lang en worden onderworpen aan talloze tests. Als ze gevaarlijk waren, zouden ze al lang van de markt gehaald zijn of vervangen zijn.”

Vooroordeel nr. 10: Autisme is een gevolg van vaccins. FOUT

Prof. Pierre Smeesters: “Alweer fout. De studie die in 1998 tot heel wat ongerustheid leidde door het vaccin tegen de mazelen, bof en rodehond in verband te brengen met autisme, bleek achteraf heel wat onwaarheden te bevatten. De arts-auteur van het artikel had de resultaten van zijn onderzoek namelijk vervalst. Het magazine dat het artikel had gepubliceerd, heeft het nadien ingetrokken. De arts die verantwoordelijk was voor de foutieve resultaten, werd veroordeeld en mag geen geneeskunde meer beoefenen. Sindsdien hebben verscheidene studies aangetoond dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen het vaccin in kwestie en autisme of autistische problemen. Helaas heeft de publicatie van dat ene artikel tot een ware paniekgolf geleid, waardoor het aantal inentingen sterk gedaald is en de ziekten in kwestie opnieuw in opmars zijn.

 

 

Professor Smeesters beveelt aan:

Een ludieke informatiestrip: Vijf (erg) foute opvattingen over vaccins, door www.lepharmachien.com (FR alleen)

Een video met getuigenissen van patiënten op Euronews Science: De strijd tegen de mazelen, een ziekte waarvan men de ernst is vergeten (FR alleen)

 

Als besluit nog dit: als geloofwaardige studies in de toekomst aantonen dat bepaalde vaccins een potentieel gevaar betekenen voor de bevolking, zullen professionals uit de gezondheidszorg de eersten zijn om hun aanbevelingen bij te stellen.

Het Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola informeert over vaccinatie

De Europese Vaccinatieweek is een initiatief van het Regionaal Bureau voor Europa van de Wereldgezondheidsorganisatie. Al sinds 2005 wordt ze elk jaar eind april georganiseerd. De Europese Vaccinatieweek heeft als doel om het grote publiek te sensibiliseren voor het belang van vaccinatie om zo de vaccindekking te verhogen. Een team van het Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola mobiliseert zich om bij te dragen tot die doelstelling.

Naar aanleiding van de opkomst van ziekten die door vaccinatie kunnen worden vermeden en het toenemende aantal ouders dat tegen vaccinatie is gekant, komen Pierre Smeesters (diensthoofd pediatrie van het UKZKF) en zijn team uitgebreid terug op het onderwerp. Tot het einde van de week zal een reeks informatieve blogs worden gepubliceerd rond vaccinatie.

Daarin vindt u onder meer:

  • De eerste resultaten van de studie die het ziekenhuis heeft uitgevoerd en die ouders uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan het woord laat om hun verwachtingen inzake vaccinatie te formuleren.
  • De genuanceerde en transparante standpunten van Professor Smeesters betreffende het artikel “Vaccinatie: tien vooroordelen die uit de wereld moeten worden geholpen.”
  • Meer informatie over de impact van de mazelen en kinkhoest, twee ziekten die opnieuw in opmars zijn in België.
  • Een antwoord op de volgende vraag: “Waarom worden baby’s nog steeds gevaccineerd tegen hepatitis B?”
  • En uitleg over het nut van vaccins tegen tetanus.

Vaccinatie heeft het bijvoorbeeld mogelijk gemaakt om de pokken uit te roeien. Het is belangrijk om op die weg voort te gaan en kinderen een zo compleet mogelijke immuniteit te garanderen, zodat ze maximaal kunnen genieten van het leven dat hen wacht.

Studie: wat vinden de ouders van vaccinatie?

Een studie van algemeen belang in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Overal ter wereld onderzoeken experts steeds vaker hoe ouders staan tegenover vaccinatie bij hun kinderen. Maar in België en dan vooral in de Franstalige regio’s zijn zulke onderzoeken eerder schaars. In het Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola wordt momenteel de laatste hand gelegd aan een kwalitatieve studie in de vorm van focus groups om de impressies, de standpunten en de behoeften van de ouders met betrekking tot vaccinatie grondiger te onderzoeken. Deze studie wordt uitgevoerd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij ouders van kinderen jonger dan zes jaar, uit verschillende gemeenten.

Een kinderarts en een studente geneeskunde leiden de gesprekken met vier tot acht personen in goede banen. Ze duren gemiddeld anderhalf uur. “We proberen de kennis, de twijfels en de bezorgdheden van de ouders over vaccinatie beter in kaart te brengen, maar ook hun persoonlijke ervaringen. We willen ook graag weten welke informatiebronnen ze raadplegen en vertrouwen”, legt Isabel Castroviejo Fernandez uit. Zij is laatstejaarsstudente geneeskunde aan de ULB. Tijdens deze gesprekken in de vorm van een open discussie rond specifieke thema’s uiten de ouders hun meningen en hun gevoelens. Ze fungeren zo als ‘experts’. In ons geval worden vier hoofdkwesties over vaccinatie bij kinderen aangesneden: de kennis van de ouders; hun ervaring, belangstelling en bezorgdheden; de geraadpleegde informatiebronnen; hun behoeften en tips voor verbeteringen.

Dankzij dit onderzoek kan het team achterhalen hoe de ouders staan tegenover vaccinatie en concrete denksporen aanwijzen om beter tegemoet te komen aan hun vragen. Uit de eerste gesprekken blijkt bijvoorbeeld een tekort aan concrete en genuanceerde informatie. Ook willen de ouders aan het einde van de zwangerschap graag informatiemomenten bijwonen, waar ze terecht kunnen met hun vragen over vaccinatie.

“Momenteel analyseren we de resultaten. In de loop van de maand mei worden die bekendgemaakt. Daarna willen we het spectrum van deze studie uitbreiden om volgend jaar onze collega’s van het Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola en van België te ondervragen. Het is belangrijk om ook de meningen en de twijfels van het verzorgingspersoneel met betrekking tot vaccinatie te kennen, want zij zijn het eerste aanspreekpunt van de ouders”, concludeert professor Pierre Smeesters, diensthoofd Pediatrie.

De resultaten van het onderzoek zullen onder meer worden gebruikt voor informatiecampagnes rond vaccinatie bij kinderen.