Tag Archief van: gedragsproblemen

InTijdenVanCorona#5: Kinderen met gedragsproblemen (opstand, woedeaanvallen)

Tegenstand is voor een kind een manier om te leren en het maakt deel uit van zijn ontwikkeling. Het is voor hem een manier om de grenzen te testen of aandacht van de ouders te zoeken. Tijdens deze lockdown periode, kan dit gedrag sterk worden uitvergroot, vooral bij kinderen met een aandachtsstoornis met hyperactiviteit (ADHD) of een opstandige gedragsstoornis. De sleutel om dit gedrag te voorkomen of met dit gedrag om te gaan, zit vaak in de communicatie die altijd moet afgestemd zijn op de leeftijd van uw kind.

Er zijn meerdere strategieën:

om opstandige gedragsstoornissen te voorkomen

  • Duidelijkheid: Wees duidelijk en precies in de instructies die u geeft. Het is belangrijk dat u communiceert door eenvoudige regels te geven die uw kind kan begrijpen. Geef de voorkeur aan één instructie per keer en formuleer ze op een positieve en respectvolle manier. Vraag hem bijvoorbeeld eerder: “Praat stilletjes alsjeblieft” in plaats van “Stop met roepen”.
  • Begrip: Zorg ervoor dat uw kind goed naar de instructie heeft geluisterd en deze goed heeft begrepen. Vraag hem bijvoorbeeld om in uw ogen te kijken of vraag hem om de instructie te herhalen om zeker te zijn dat hij het heeft begrepen. U kan ook enkele seconden naast hem blijven om u zich ervan te verzekeren dat hij goed aan de taak begint. Aarzel niet om hem in het begin te helpen indien nodig.
  • Prioriteit: Geef voorrang aan opdrachten die het toelaten om een goede dynamiek in de familie te behouden. Bewaar uw energie voor de belangrijkste opdrachten. Stel regels op die te verwezenlijken zijn en houd rekening met de leeftijd van het kind. Deel de ingewikkelde taken op in verschillende deeltaken zodat hij niet geconfronteerd wordt met iets onverwezenlijkbaars.
  • Anticiperen: Structureer de omgeving van uw kind, mondeling of met een planning, door hem bijvoorbeeld te zeggen of te schrijven “avondmaal binnen 5 minuten” of “eten om 12 30u als het op een planning staat”.
  • Motivatie. Wanneer de instructies moeilijk blijken, deel ze op in meerdere kleinere instructies en voorzie kleine beloningen die het kind in de loop van de dag kan krijgen om zijn motivatie te verhogen (bv. 10 minuutjes zijn favoriete spel spelen met mama of papa vanavond of een deel van het avondmaal kunnen kiezen). Houd in gedachten dat een verkregen beloning definitief is en niet mag worden ingehouden, anders zal het kind deze bron van motivatie verliezen en zou hij minder vertrouwen in dit systeem kunnen krijgen.
  • Positieve bekrachtiging: Feliciteer en moedig uw kind aan nadat hij de instructies heeft uitgevoerd. Als uw kind de regels respecteert, is het een uitstekende oplossing om goed gedrag aan te houden. Geleidelijkaan zal dit gedrag routine worden.
  • Consistentie: Wees vanaf het begin duidelijk over wat is toegestaan en wat niet. Een kind zal niet begrijpen waarom u hem de ene dag iets laat doen en waarom u de volgende dag tegen hem roept voor dezelfde activiteit. Het is ook belangrijk om dezelfde opvoedingsregels met de andere ouder te delen en te vermijden dat u niet akkoord gaat met uw partner wanneer u de opvoedingsregels van het huis opstelt. Bespreek zoveel mogelijk alle situaties die zich kunnen voordoen (bv. bedtijd, toegelaten activiteiten, beloningen voor goed gedrag, …).
  • Respect : Vermijd kwetsende, vernederende, beschuldigende en onherroepelijke opmerkingen. Dit is een heel belangrijk punt. Wanneer u een opmerking maakt tegen uw kind, bekritiseert u zijn gedrag en niet hem. Zeg hem bijvoorbeeld: “Ik vind het niet fijn wanneer je mij onderbreekt”. Alle woorden die uw kind kunnen vernederen of minachten (“je bent een nul” of “je bent echt een idioot”) zijn te vermijden. Vermijd eveneens uw kind te beschuldigen met zinnen zoals “het is jouw schuld dat het slecht gaat”. Dat versterkt het negatieve zelfbeeld van het kind in deze situaties van opstand en dat kan zelfs leiden tot het versterken van de opstand (“Waarom zou ik moeten luisteren als iedereen mij toch een nul vindt?”).
  • Volharding: Wees mild tegenover uzelf als deze methodes niet onmiddellijk werken. Aanvaard om hen door de tijd aan te houden: het is mogelijk dat deze strategieën de eerste paar keren niet werken. Het is door dit gedrag door de tijd te blijven aanhouden dat deze methodes efficiënter zullen worden.

Tijdens opstandig gedrag

Soms doet opstandig gedrag zich toch voor en is het moeilijk hiermee om te gaan. Wanneer er opstandig gedrag is:

  1. Oogcontact. Begin met oogcontact te maken met uw kind. Als hij u niet gehoorzaamt, benader hem zonder hem te bedreigen met uw fysieke aanwezigheid. Breng u op zijn hoogte en behoud oogcontact. U kan ook fysiek contact maken, door zijn hand te nemen indien nodig. Eens u zijn volledige aandacht hebt, leg hem uit wat hij niet mag doen en stel hem een alternatief voor.
  2. Evenredigheid. Reageer in functie van de ongehoorzaamheid, geleidelijkaan. Begin met een kort en begrensd gevolg, bijvoorbeeld het afnemen van een tablet of speeltje voor enkele minuten, terwijl u hem opnieuw duidelijk uitlegt waarom u dit doet. Geef hem terug wat u heeft afgenomen na de tijdsduur die u hebt afgesproken. Als het gedrag dat u heeft verboden zich herhaalt, neem hetzelfde object weg voor een langere tijd. In het geval van een woedeaanval, stel een kalme periode van 5 à 10 minuten voor zodat hij kalmeert.
  3. Uw reactie controleren en u zich daaraan houden: We hebben vaak de neiging om strenge limieten aan onze kinderen op te leggen “Je mag een hele week geen videospelletjes spelen” “Je mag je vrienden een hele week niet bellen”. Vermijd straffen waaraan u zich niet kan houden. Als u beslist om een straf op te leggen, moet deze meetbaar en verwezenlijkbaar zijn. Zo niet, zal uw kind begrijpen dat u zich niet aan uw straffen houdt en dat verstrekt het idee van onstrafbaarheid en het idee om het niet wenselijke gedrag te blijven aanhouden. Blijf streng maar rechtvaardig en verkies belonen boven straffen.

Tijdens de driftbui of de woedeaanval

Deze periode stelt een familie, die dagelijks wordt blootgesteld aan extra spanningen en frustraties, meer dan gewoonlijk op de proef. Driftbuien en woedeaanvallen kunnen zich voordoen op zo’n momenten. Het is belangrijk om dit op de best mogelijke manier aan te pakken met de middelen waarover u beschikt, om de harmonie binnen uw gezin te bewaren. De kernboodschap is om de crisis niet te laten escaleren, namelijk door niet als een spiegel tegenover uw kind te reageren. Hier volgen enkele pistes en strategieën die u tijdens zo’n situatie kan toepassen:

  1. Blijf kalm tegenover uw kind. Dit is verre van eenvoudig, vooral wanneer uw kind u slaat of u beledigt. Uw kind zal proberen u mee te trekken in zijn crisis door u uit te dagen, door te roepen of door u in het huis te volgen om een reactie van u uit te lokken. Dit weten zal u helpen om afstand te nemen en om kalmer te zijn in deze situaties.
  2. Zorg voor een ‘time out’. Probeer ervoor te zorgen dat de interactie met uw kind word onderbroken door hem in zijn kamer of een andere kamer te zetten. Begeleid hem als hij er niet zelf naartoe wil gaan. Deze fase is vaak heel moeilijk. Probeer niet teveel te praten en doe hem geen pijn terwijl u hem begeleidt. Daarom is hem begeleiden een goede oplossing. In het algemeen zal het kind u gemakkelijk volgen als u zich verplaatst.
  3. Als hij de ‘time out’ niet respecteert, probeer de deur te sluiten terwijl u hem uitlegt dat het nodig is om terug kalm te worden. Onderhandel niet met hem door de deur. Kom niet tussen, behalve wanneer het kind in gevaar is.
  4. Als hij de ‘time out’ nog altijd niet respecteert en op de deur bonkt, kan u de kamer binnengaan, u op een stoel zetten en doen alsof u leest. Doe alsof u hem niet ziet, geef de indruk dat u bezig bent een boek of een krant te lezen. In het algemeen haten kinderen het dat hun ouders onverschillig zijn tegenover hun crisis. Probeer niet met hem te onderhandelen. Blijf kalm. Kom niet tussen, tenzij het kind in gevaar is.
  5. Vermijd dat de crisis zich naar de hele familie uitbreidt. Probeer aan de andere kinderen te vragen om naar hun kamer of een andere kamer te gaan. Vermijd het om tussen volwassenen te ruzieën. Wanneer een crisis als deze zich voordoet, begint iedereen heel snel te ruzieën.
  6. De andere broers en zussen mogen niet deelnemen aan de crisis. In deze tijd van lockdown is het niet mogelijk om hen naar buiten te laten gaan. U moet dus proberen hen naar een andere kamer te sturen.
  7. Als u thuis met twee volwassenen bent, probeer onderling af te lossen tegenover het kind in crisis. Dat laat het ook toe om te ademen. In het algemeen, ervaart men zelf ook veel spanning.
  8. Praat niet teveel tijdens de crisis. Hou het simpel. Het is niet het moment om uw kind te ondervragen over wat hij voelt en ook niet om te moraliseren. Uw kind is overmand door zijn emoties, hij staat niet open voor een gesprek. Hoe meer u probeert, hoe langer u de crisis maakt.
  9. Na de crisis (oef), moet u de situatie met uw kind terug koel terug in de hand nemen. U moet koel reageren, eens u en uw kind zich in een stabiele emotionele staat bevinden.
  10. Vermijd straffen want uw kind heeft niet genoeg controle over zijn gedrag om deze crisissen te vermijden. Straf kan zijn woede verhogen en zijn zelfvertrouwen verlagen. Geef voorkeur aan herstel, door uw kind toe te laten de materiële schade te herstellen die hij tijdens de crisis heeft veroorzaakt. Geef hem taken van algemeen belang, zoals de tafel dekken of stofzuigen. Begeleid uw kind tijdens de eerste taken.

Is de woede die ik als ouder voelde normaal?

U hebt misschien woede gevoeld tegenover uw kind, schuld als u de controle over uw gedrag bent verloren tijdens de crisis, maar ook empathie voor uw kind dat afziet, of zelfs een gevoel van ontmoediging in uw rol als ouder. Deze emoties kunnen ook overlappen, u moet dit aanvaarden.

De lockdown is een stresserende periode voor de hele familie, maar het kan een goed moment zijn om familieactiviteiten te organiseren waarvoor u geen tijd hebt tijdens de schoolperiode. U kan een planning opstellen met tijd voorbehouden voor taken/werk van de ouders en tijd voor ontspanning/individuele en familieactiviteiten.

Aarzel niet om uw huisarts via mail te raadplegen. Dat is het eenvoudigst opdat hij beschikbaar is om u te antwoorden.

Ten slotte blijft onze permanentie Hallo! Kinder-en jeugdpsychiatrie bereikbaar op 02/477.31.80 van maandag tot vrijdag van 9u tot 16 30u om u raad te geven en u te helpen om te gaan met de moeilijkste momenten.

Bedankt aan Anthony Beuel, Neuropsycholoog voor deze waardevolle tips.

____

www.huderf30.be

Bronnen: