Wat is ‘griep’?
Griep werd meer dan een eeuw geleden ontdekt. Het is een zeer besmettelijke, algemeen voorkomende infectieziekte die veroorzaakt wordt door het influenzavirus, dat zich in het noordelijk halfrond seizoensgebonden verspreidt, gewoonlijk van oktober tot april. Het virus veroorzaakt pijnlijke infectie-episodes, maar de meerderheid van de gezonde volwassenen geneest spontaan. Bij kwetsbaardere gastheren, zoals patiënten met chronische aandoeningen of hoogbejaarden, kan het echter tot zeer ernstige episodes of zelfs tot de dood leiden. Deze bijzonder kwetsbare populaties lopen een groter risico, niet alleen op een negatieve evolutie van de infectie zelf, maar ook op talrijke complicaties zoals bacteriële superinfecties van de luchtwegen.
Jaarlijks worden over de hele wereld tussen 3 en 5 miljoen gevallen van griep gemeld, waarvan geschat wordt dat ze bij 250.000 tot 500.000 patiënten tot de dood leiden. In België zouden zo elke winter 20 tot 40 % van de kinderen en 5 tot 15 % van de volwassenen klinische symptomen van infectie door influenza vertonen. 1500 overlijdens worden rechtstreeks aan het virus gelinkt. Overigens zijn griepepidemieën een belangrijke oorzaak van absenteïsme op school. Op de arbeidsmarkt veroorzaakt griep ook een reëel productiviteitsverlies: in de VS schat men dat de epidemie jaarlijks verantwoordelijk is voor een verlies van 1 tot 6 miljoen dollar per 100.000 inwoners. In België verliezen ouders naar schatting het equivalent van 20 werkdagen door ziekte van hun kinderen.
Hoe loop je griep op?
Griep is een zeer besmettelijke ziekte. Jonge kinderen verspreiden het virus frequenter en ook voor langere tijd, ze worden minder snel immuun en raken sneller opnieuw besmet: ze vormen de
Adapted from Terebuh . Pediatr Infect Dis J, 2003;22:S231-5
voornaamste bron van verspreiding in het gezin en de gemeenschap. Oudere personen lopen minder vaak griep op, maar de ernst van de infectie verhoogt met de leeftijd. De besmetting gebeurt via de luchtwegen (hoesten/niezen/rondvliegende druppeltjes speeksel) of door fysiek contact (handen, voorwerpen). Een volwassene kan iemand besmetten vanaf 24 uur voor tot 5 dagen na de symptomen maar jonge kinderen kunnen het virus tot wel 2 weken na de infectie verspreiden.
Griep: tegenwoordig te vermijden?
Het griepvaccin is sinds meer dan een halve eeuw beschikbaar voor het grote publiek, en vormt vandaag het veiligste en meest doeltreffende preventiemiddel.
Volgens de globale gemiddelde schattingen van de afgelopen jaren vermindert de vaccinatie het aantal acute luchtweginfecties met 56 %, ziekenhuisopnames met 50 % en aan griep gerelateerde overlijdens in het winterseizoen met 68 % tot 80 %.
Zelfs al variëren de resultaten elk jaar als gevolg van de mutaties van het virus, toch zijn de voordelen van de vaccinatie zowel op individueel als op collectief vlak onmiskenbaar. Vaccinatie beschermt niet alleen uzelf tegen ernstige infecties, maar ook niet-immune personen (uw familie en uw patiënten) door een fenomeen dat we kudde-immuniteit of groepsimmuniteit noemen (vaccine herd effect). Vaccinatie van zo veel mogelijk mensen kan het verspreiden van het virus in de gemeenschap inderdaad aanzienlijk verminderen en daarmee ook het risico op overdracht naar kwetsbare personen toe. Dit is een van de redenen waarom de Angelsaksische landen, zoals de Verenigde Staten of het Verenigd Koninkrijk, de vaccinatie van jonge kinderen op school of in het kinderdagverblijf aanbevelen. Het zijn deze leeftijdsgroepen die het vaakst geïnfecteerd geraken en die aan de bron van de overdracht van de epidemie liggen.
Welke vaccins zijn er beschikbaar?
Om het hoofd te bieden aan de jaarlijks terugkerende griepepidemie zijn er momenteel drie types vaccins beschikbaar op de Europese markt:
- Twee geïnactiveerde eiwitvaccins, waarvan het ene trivalent is (bevat 2 influenzastammen van het type A H1N1 en H3N2, en 1 influenzastam van het type B) en het andere tetravalent (nieuw vaccin dat naast de eerder genoemde stammen ook een influenzastam van het type B bevat; het is sinds 2015 goedgekeurd vanaf de leeftijd van 3 jaar). Deze vaccins, die geen levend virus bevatten, vormen dus geen enkel risico op ‘griep veroorzaakt door het vaccin’ bij patiënten, zelfs niet bij de meest kwetsbare. Er zijn twee vaccindoses (volledige of halve, naargelang de leeftijd) nodig, met een maand tussen beide in geval van een eerste immunisatie tegen influenza bij kinderen jonger dan 8 jaar. De voornaamste bijwerkingen zijn lichte plaatselijke reacties (subcutaan, door de intramusculaire injectie) en in