Hoe praat je over het huidige conflict in Oekraïne? Hieronder vind je vijf tips van Christelle Deterville, psychologe, en dokter Jessica Sztalberg, beide kinderpsychiater in het Kinderziekenhuis, om ouders, kinderen en tieners te helpen omgaan met de actualiteit.
1) Praat met je kinderen over wat er gebeurt, ongeacht de leeftijd, en gebruik een eenvoudige, maar wel realistische woordenschat, aangepast aan hun leeftijd.
We raden aan om het gesprek voor de jongste kinderen te vereenvoudigen, maar bij tieners kun je iets explicieter zijn. Alles hangt af van hoe ‘volwassen’ en gevoelig het kind/de tiener is. Als ouder kun je foto’s, kaarten, video’s enz. gebruiken die aan de leeftijd van het kind zijn aangepast zodat het de informatie beter begrijpt. Zeg ook dat je niet alles weet en stel voor om samen informatie te gaan opzoeken in een boek bijvoorbeeld. Zo kun je samen aan de slag en ga je geleidelijk te werk. Koste wat kost over alles praten, is geen goed idee. Stel vragen om erachter te komen wat de kinderen/tieners weten, willen weten of denken te hebben begrepen. Dit proces biedt de volwassene een uitgangspunt om de dialoog op te starten en hun vragen te beantwoorden. Vraag hen in eerste instantie wat oorlog voor hen betekent. Oorlog kan voor de kleintjes een spel zijn, terwijl oudere kinderen dit heel anders ervaren.
2) Sta open voor de emoties van het kind/de tiener.
Toon interesse in hun vragen, maar loop er niet op vooruit. Vraag wat ze van de hele situatie begrijpen, wat ze erover denken of hoe ze zich erbij voelen. Het is altijd een goed idee om een open gesprek met het kind/de tiener te voeren. Respecteer eventueel hun wens om er niet over te praten, maar wees beschikbaar als ze dit later toch willen doen. Aangezien emoties niet altijd gemakkelijk in woorden zijn uit te drukken, kunnen de allerkleinsten hun emoties uitdrukken in de vorm van tekeningen of spelletjes. Soms spelen kinderen oorlogje om de situatie te begrijpen, om vragen te formuleren of om gevoelens te ervaren. Het wordt een symbolisch spel dat het kind helpt om te begrijpen wat er gebeurt en om zijn of haar emoties onder controle te krijgen. Ook oudere kinderen kunnen hun creatieve kant aanspreken door teksten te schrijven, gedichten te maken, te tekenen …
3) Stel het kind gerust, maar negeer de angst niet.
Luister naar de angsten van kinderen/tieners. Neem ze serieus en bagatelliseer ze niet. Stel hen gerust door hen duidelijk te maken dat hun ouders er altijd zullen zijn om hen te begeleiden en te beschermen. Benadruk ook het feit dat een hele gemeenschap van staatshoofden druk in de weer is om de vrede te herstellen en dat er een grote solidariteit tussen de landen bestaat om mensen te helpen. Kinderen onder 6 jaar maken zich vooral zorgen over hun eigen veiligheid en de veiligheid van hun naaste familieleden, zoals ouders en grootouders. Ze stellen over het algemeen weinig vragen. Oudere kinderen maken zich om andere redenen zorgen. Leef zo veel mogelijk jullie dagelijkse leven met werken en school. Zo geef je jouw kinderen een geruststellend gevoel van stabiliteit en bied je hen een ruimte waar ze zich kunnen concentreren, ver weg van de beslommeringen, spanningen en onrust van volwassenen.
4) Voed de angst niet.
Vermijd als volwassenen om zorgen te uiten of verontrustende informatie te delen in het bijzijn van kinderen. Ouders die zich zorgen maken, moeten hun emoties niet verbergen, maar deze wel filteren en de redenen uitleggen in eenvoudige, aan de leeftijd aangepaste bewoordingen. Kinderen zijn als sponzen en de houding van volwassenen is dan ook van doorslaggevend belang voor de reactie en de emotionele toestand van kinderen. Toon ook belangstelling voor wat ze hierover wel of niet in de klas bespreken, vraag de leerkrachten om advies zodat je zo nodig een beroep kunt doen op een tussenpersoon.
5) Begeleid en kanaliseer het nieuws.
Vermijd voortdurende overmatige blootstelling aan het nieuws, filter ook wat je met het gezin bekijkt.
Kinderen onder 6 jaar:
Houd kinderen uit de buurt van beeldschermen en nieuwsbronnen. Sommige beelden kunnen schokkend zijn en ze beschikken niet over het taalniveau om de inhoud te begrijpen of om hun emoties te uiten.
6-12 jaar:
Verbied geen informatie, maar wees er voorzichtig mee. Zorg ervoor dat er altijd een volwassene in de buurt is om samen met hen de informatie te bekijken en om vervolgens de tijd te nemen om erover te praten.
> 12 jaar:
Tieners die gebeurtenissen op hun gsm volgen, worden vooral aan onnauwkeurige of beknopte informatie blootgesteld zonder dat ze noodzakelijkerwijs over de middelen beschikken om deze te ontcijferen en te ontleden. Het is belangrijk dat je hen vraagt wat ze hebben gezien en gehoord, dat je interesse toont in wat ze voelen en dat je openstaat voor hun vragen. Hier speelt de context een belangrijke rol. Oorlog is ook een communicatieoorlog tussen twee partijen. En aangezien de belangen van beide partijen sterk uiteenlopen, is de informatie die aan beide zijden circuleert niet noodzakelijk waar. Nu de verspreiding van ‘fake news’ in de laatste jaren is toegenomen, hebben de belangrijkste mediakanalen geïnvesteerd in ‘fact checking’ eenheden. Het is de taak van deze journalisten om de verspreide beelden en informatie te controleren, maar ook om de doorgegeven informatie te corrigeren of te ontkennen (soms achteraf). Aarzel niet om informatie te zoeken op platformen zoals Faky La référence de l’actualité belge et internationale – Faky (fact checking) – RTBF.be, waarin de onderzoeksmethoden van deze journalisten achter de schermen van de redactiekamer worden uitgelegd en breng uw tieners een begin van kritisch denken bij. Door samen met hen de beschikbare informatie te ontcijferen, creëer je meer perspectief en afstand.