Tag Archief van: UKZKF

Zeldzame ziekten: tussen erkenning en dwaling

Een ziekte wordt als zeldzaam beschouwd als ze minder dan 1 op 2.000 mensen treft. Momenteel bestaan er meer dan 7.000 zeldzame ziekten. In België worden hierdoor naar schatting 500.000 mensen getroffen. Dat is gemiddeld 1 op 20 personen. De overgrote meerderheid van deze ziekten treft kinderen. Dit betekent dat gemiddeld ten minste één kind per klas wellicht aan een dergelijke ziekte lijdt. Dankzij de ontwikkeling van de behandelingen groeien de meeste van deze kinderen op tot volwassenen met specifieke medische behoeften, die onze zorgsystemen op de proef stellen. Naast de kinderen wordt een groot aantal van de zeldzame ziekten pas vastgesteld op een volwassen leeftijd. Hieruit blijkt hoe moeilijk het is om deze zeldzame ziekten vroegtijdig en doeltreffend op te sporen en te behandelen.

Om ervoor te zorgen dat deze ziekten goed worden behandeld, moet er nog heel wat worden gedaan. De toegang tot de nodige zorg moet worden bevorderd, zowel vanuit het oogpunt van de terugbetalingen als op het vlak van de coördinatie met expertisecentra in België en in het buitenland. Het is van essentieel belang om deze problematiek te begrijpen, te erkennen, te bevorderen en te financieren als een zorg die een gecoördineerde begeleiding tussen gezondheidswerkers vereist. Hiervoor is ook een beter overleg tussen de zorgverleners nodig. Zij moeten zowel intern als extern de ziekenhuizen communiceren. De informatie die uit deze samenwerking naar voren komt, moet duidelijk en toegankelijk zijn voor de patiënt en zijn wettelijke vertegenwoordigers. Tot slot is het van belang om de noodzakelijke deskundigheid voor een goede zorgverlening te erkennen, bevorderen en waarborgen.

De stille massa onder het etiket ‘zeldzaam’

Onder het etiket ‘zeldzaam’ gaat een stille massa schuil: het klasgenootje van uw kind, een buurman, de collega met wie u een praatje maakte bij de koffieautomaat. Mensen die hun verhaal keer op keer opnieuw moeten vertellen, die 7 specialisten moeten raadplegen die niet noodzakelijk met elkaar overleggen, die wachten op de erkenning en de terugbetaling van het geneesmiddel dat hun pijn zal verlichten zoals in de buurlanden… Voor wie de zeldzaamheid van hun ziekte betekent dat ze buiten het systeem moeten dwalen, ook al is hun lijden zeer reëel. Het is voor hen dat wij in deze Week van de Zeldzame Ziekten onze pen ter hand nemen om een bijdrage te leveren aan de duizenden ongehoorde stemmen, in het bijzonder die van kinderen en hun naasten die bijzonder zwaar worden getroffen door deze levensomstandigheden waarin de hindernissen elkaar opvolgen en zich opstapelen.

Leven met de gevolgen

Voor deze kinderen en hun families is er niets zeldzaams aan deze ziekte. Ze treft hen 100%. Vaak zal de ziekte hun identiteit en hun dagelijkse leven ingrijpend veranderen, van op de schoolbanken tot werk, van vrije tijd tot gezinsleven. Er bestaan zo’n 7.000 zeldzame ziektes en de impact die ze veroorzaken is sterk verschillend. Elke patiënt heeft nood aan een gepersonaliseerd zorgtraject. Er is een fundamentele erkenningskwestie, niet alleen van de ziekte zelf maar ook van het lijden dat ze veroorzaakt in al zijn vormen (lichamelijk, psychisch, sociaal, geestelijk, enz.)

Jaren van onzekerheid

Een van de woorden die het vaakst wordt gebruikt door mensen die aan een zeldzame ziekte lijden, is ‘dwaling‘. Deze dwaling is in de eerste plaats diagnostisch. Ze geeft uitdrukking aan de moeilijkheid om de ziekte te benoemen, te herkennen en een geschikte gesprekspartner te vinden. Dit proces kan jaren, zelfs decennialang duren, aangezien de kennis en de deskundigheid schaars en waardevol is. Vervolgens is er ook de therapeutische dwaling: de opeenstapeling van uren die worden besteed om van de ene zorgverstrekker naar de andere v, van de ene niet-deskundige naar de andere, en tenslotte van de ene deskundige naar de andere te gaan, om uiteindelijk een gecoördineerde en aangepaste begeleiding, zorg en behandeling te vinden en te behouden. In deze dynamiek is de toegankelijkheid van de behandeling een fundamentele kwestie en een absolute noodzaak die onze samenleving moet versterken.

Overgangszorg en begeleiding op lange termijn

Veel zeldzame ziekten breken uit tijdens de kindertijd. Ze zijn echter niet beperkt tot de pediatrie. Volwassen patiënten bestaat uit een groep van jongeren met een zeldzame ziekte die intussen volwassen zijn en patiënten bij wie de diagnose pas op latere leeftijd is vastgesteld. Er moet dus worden gezorgd voor deze overgang van ‘kindergeneeskunde’ naar ‘geneeskunde voor volwassenen’. Dit mag niet beperkt blijven tot uitsluitend medische aspecten. De kwaliteit van de zorg moet in al zijn vormen worden verzekerd (biologische zorg, psychologische zorg, sociale zorg, geestelijke zorg, enz.). Een van de fundamentele uitdagingen van de zorg  is om het hele verhaal van de mensen voor wie zij zorgennooit uit het oog te verliezen. De kwaliteitseis, die moet beantwoorden aan de risico’s van diagnostisch en therapeutisch dwalen, moet namelijk worden uitgebreid tot de hele zorgstructuur, naast de mensen die deze zorg nodig hebben.

Erkenning: een van de belangrijkste antwoorden op de dwaling

Zeldzame ziekten moeten worden erkend voor alles wat zij omvatten voor de patiënten en hun families. Deze erkenning moet verder gaan dan hun relatieve zeldzaamheid. Deskundigheid moet ontwikkeld worden in de vorm van onderzoek, therapeutische innovatie en opleiding van zorgverleners. De coördinatie van vaardigheden, de raadpleging van experten en de toegang voor elke patiënt tot specifieke zorg is essentieel en heeft een specifieke financiering nodig.

Het gaat over het erkennen van zeldzame ziekten, het luisteren naar het lijden van patiënten in al hun vormen om dit fundamentele recht op kwalitatieve zorg en waardigheid te waarborgen.

***

Auteurs:

Professor Antoine Bondue, directeur van de afdeling Zeldzame Ziekten H.U.B

Meneer Franck Devaux, coördinator van de afdeling Zeldzame Ziekten H.U.B

Met de steun van:

Nicolas Deconinck – Algemeen Medisch Directeur HUDERF en Neuropediatrie en Verantwoordelijke van het Centrum voor Neuromusculaire Ziekten in het ULB

Jean-Christophe Beghin – Medisch hoofd van HUDERF

Benjamin Bondue – Dienst Pneumologie – Erasmus Ziekenhuis

Samantha Benghiat  – Dienst Hematologie – Erasmus Ziekenhuis

Georges Casimir – Research Directeur – HUDERF

Bernard Corvilain – Dienst Endocrinologie – Erasmus Ziekenhuis

Miriam Cnop – Dienst Endocrinologie – Erasmus Ziekenhuis

Jacques Creteur – Medisch Hoofd van Erasmus Ziekenhuis

Véronique Del Marmol – Dienst Dermatologie – Erasmus Ziekenhuis

Virginie De Wilde – Dienst Hematologie – Erasmus Ziekenhuis

Natacha Driessens – Dienst Endocrinologie – Erasmus Ziekenhuis

Nicolas Gaspard – Dienst Neurologie – Erasmus Ziekenhuis

Axelle Gilles – Dienst Hematologie – Erasmus Ziekenhuis

Laurence Goffin – Eenheid Kinderreumatologie – HUDERF

Thierry Gustot – Dienst Transplantatie – Dienst Gastro-enterologie – Erasmus Ziekenhuis

Laurence Hanssens – Dienst Pediatrische Pneumologie – HUDERF

Claudine Heinrichs – Kliniekhoofd Pediatrische Endocrinologie – HUDERF

Jean-Michel Hougardy – Algemeen Medisch Directeur van H.U.B

Nathalie Meuleman

Gilles Naeije – Dienst Neurologie – Erasmus Ziekenhuis

Gauthier Remiche – Neuromusculair Referentiecentrum – Erasmus Ziekenhuis

Florence Roufosse – Medische interne Dienst – Erasmus Ziekenhuis

Guillaume Smits – Genetische Dienst – Erasmus Ziekenhuis

Mélanie Strauss – Dienst Neurologie – Dienst Psychiatrie – Erasmus Ziekenhuis

Jean-Luc Vachiery – Dienst Cardiologie – Erasmus Ziekenhuis

Isabelle Vandernoot – Genetische Dienst – Erasmus Ziekenhuis

Catheline Vilain – Genetische Dienst – Erasmus Ziekenhuis

***

Voor meer informatie over de campagne zeldzame ziekten, surf naar de website van het Kinderziekenhuis of van RaDiOrg

Babyknuffelaars in het Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola

Sinds maart 2019 werkt de Intensive Care Unit van het Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola met vrijwilligers die ouders helpen om hun baby’s van 0 tot 2 jaar te verwennen wanneer zij zelf niet aanwezig kunnen zijn.

Het Intensive Care-team maakt al jaren gebruik van de diensten van verenigingen om het welzijn van patiënten te verbeteren, ouders te ondersteunen en een zorgzame omgeving te bieden tijdens de ziekenhuisopname. De vereniging Câlineurs de Bébés (Babyknuffelaars) maakt deel uit van een hele reeks diensten die aan de patiënten worden aangeboden: de massagetherapie van de vzw ‘Mes Mains pour toi’, de clowns Dr. Zinzins, de leerkrachten van de Robert Dubois School, de kunstenaars van de Pont des Arts…

In de Verenigde Staten is de praktijk van ‘cuddlegrannies’ gebruikelijk en goed geaccepteerd: surrogaatgrootouders brengen hun dag door met baby’s op de intensive care. Initiatieven in Frankrijk en Nederland zijn de afgelopen jaren succesvol verlopen. In het verleden heeft het Intensive Care team gepensioneerden of vrijwilliger van het Rode Kruis verwelkomd om deze missie te vervullen. Punctuele initiatieven waarvan het succes vooral afhing van de persoonlijkheden van de vrijwilligers, zogenaamde “parels”, waarop de teams konden vertrouwen. Maar parels zijn zeldzaam en niet iedereen heeft de mogelijkheid om baby’s te begeleiden in een intensieve zorgomgeving op lange termijn.

Een samenwerking in overleg

Met aandacht voor het welzijn van de kinderen en de noodzaak om wisselbeurten aan te bieden aan de ouders, ging het Intensive Care team gedurende een goed jaar in dialoog met de initiatiefnemers van de vzw Câlineurs de Bébés, wat leidde tot een samenwerking en de eerste knuffelsessies in maart 2019, met een kerngroep van 11 uitgekozen vrijwilligers die duurzaam in het project hebben geïnvesteerd. Een lange maar essentiële periode, want als vrijwilliger kan je niet improviseren met kinderen die soms ernstig ziek zijn, in een hoog-technologische omgeving: de zorgverlening, de integratie binnen het team, de communicatie met de ouders, het behoud van de juiste afstand, hygiënetraining, respect voor het medisch beroepsgeheim, ethische vragen, psychologische ondersteuning, enz. zijn elementen die moeten worden besproken zodat iedereen zijn of haar plaats vindt. De vrijwilligers kennen de voornamen van de kinderen, ze mogen geen foto’s maken en moeten een uniform dragen. Als er een alarm afgaat, weten ze wat ze moeten doen om een zorgteam in te schakelen. Als ze dat willen, kunnen de ouders de vrijwilligers op voorhand ontmoeten. De psychologen en de hoofdverpleegkundige van de afdeling zijn hun belangrijkste contactpersonen en er wordt regelmatig feedback gegeven om de balans op te maken en zo nodig bij te sturen.

Vrijwilligersrituelen

Afhankelijk van de gezondheidstoestand van het kind passen de vrijwilligers hun aanpak aan. Met elk kind wordt een relatie opgebouwd en elke vrijwilliger heeft zijn of haar eigen ritueel: ‘Ik stel mezelf voor, ik knuffel, ik wieg, ik zing, ik masseer de handen,…’, legt vrijwilligster Chantal uit. Vrijwilligers brengen een aanwezigheid en menselijke warmte. De duur van de sessies varieert, ofwel ’s morgens vanaf 11 uur, ofwel in de namiddag, om de dagelijkse verzorging niet te verstoren. Huid-op- huidcontact blijft echter het voorrecht van de ouders.

“Een mama die andere kinderen heeft en die in Charleroi woont, zal niet constant bij haar baby in het ziekenhuis kunnen blijven. We zijn hier om het over te nemen. Aan de andere kant hebben we veel aandacht voor de moeder/kindrelatie. Er is geen sprake om dat over te nemen. Dus we doen ook geen huid-op-huidcontact. Dat is veel te intiem. “, legde Mélanie McCluskey, algemeen secretaris van de vereniging, uit aan de Sociale Gids in september.

Crédit : Frédéric Raevens

Veel van de oprichters van de vereniging hebben op een of andere manier ervaring in het ziekenhuis, in de medische of psychiatrische omgeving of op het gebied van de vroege kinderjaren of de voorbereiding op de bevalling. Hoe kan je niet gehecht raken aan baby’s? Hoe kan je je niet te sterk binden? Hoe kan je een relatie met de ouders aangaan zonder hen te vervangen of te beoordelen? Deze essentiële vragen zijn steeds aanwezig in de geest van de vrijwilligers van de vereniging.

Fysiek contact draagt bij tot het gevoel van welbehagen

Talrijke studies tonen aan dat genegenheid een positieve invloed heeft op de ontwikkeling van kinderen. Dankzij deze momenten van rust en zachtheid ontwikkelen hun lichamen dopamine en serotonine, die hen een gevoel van welzijn en ontspanning geven. Het contact in een ziekenhuiscontext verzacht en kalmeert : “We merken op dat de kinderen meer ontspannen lijken. Ook voor ouders is de wetenschap dat hun kind niet alleen is, een opluchting”, verklaart Dr. Biarent, hoofd van de Intensive Care van het UKZKF. Op deze hoog-technologische afdeling, waar de zorg zwaar is, bieden de psychologen de mogelijkheid aan de ouders om zich door een vrijwilliger te laten vervangen, zodat zij voor de andere broers en zussen kunnen zorgen, of om naar het werk te gaan, of gewoon om de tijd te nemen om op adem te komen; wetende dat hun baby niet alleen zal zijn. De medische en verpleegkundige teams, die zich volledig inzetten voor de zorgverlening en het permanente toezicht, kunnen tot hun grote spijt niet altijd de nodige tijd nemen voor deze affectieve momenten, die net zo goed zijn voor de patiënten als voor hen.

Het initiatief werd uitgebreid naar de afdeling Intensieve Neonatologie van het Kinderziekenhuis voor alle baby’s, de co-constructiefase ging eind 2019 van start. De ervaring is ook overtuigend, vrijwilligers van de vereniging komen drie keer per week naar deze dienst.

 

Op dit moment werft de vereniging geen nieuwe vrijwilligers aan buiten de entourage van haar leden. Maar als andere Belgische ziekenhuizen beslissen om hun deuren te openen, zal de vereniging communiceren op haar Facebook-pagina: https://www.facebook.com/calineursdebebes

De getuigenissen van Elodie Schar, psychologe en van Séverine Goenen, hoofdverpleegster van de Intensieve Zorgen en van Chantal, vrijwilligster van de vzw “Les Câlineurs de Bébés” – bron BX1:

Volg ons op Facebook, Twitter, LinkedIn en Instagram

www.huderf30.be

Het Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola en Brussels Football verenigd tegen obesitas

Woensdag 13 november 2019 zal het Brussels Football samen met het  Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola hun gloednieuw medisch sportief project uit de doeken doen aan de hand van een infosessie en een demotraining voor kinderen met obesitas. Het Kinderziekenhuis staat bekend als het enige Belgische ziekenhuis voor kinderen en jongeren en besliste daarom om de levenskwaliteit van hun patiënten te verbeteren, nu ook via aangepaste voetbalactiviteiten op maat. Deze bekendmaking is het startschot voor de aangeboden voetbalactiviteiten in 2020 en daarmee wil het Brussels Football sterk inzetten op het welzijn van al zijn jeugdspelers.

Op werk naar duurzame samenwerking

Op woensdag 13 november 2019 krijgen een 20-tal jongeren hun laatste workshop van hun 6-delig programma aangeboden door het Kinderziekenhuis. En die laatste workshop wordt ingekleed in het thema voetbal. Op het complex van Ritterklub Jette & RSD.Jette organiseert Brussels Football een infomoment over de inhoud van hun nieuwe samenwerking met het Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola. Deze samenwerking berust op twee aspecten. Enerzijds zullen kinderen die patiënt zijn van het ziekenhuis met één van de drie verschillende pathologieën (obesitas, astma of psychiatrische aandoeningen), periodiek een aangepaste voetbalactiviteit op maat aangeboden krijgen. Anderzijds kunnen ook alle jeugdspelers, aangesloten bij een Brusselse voetbalclub, snel medisch gescreend worden en in geval van een (vermoedelijke) blessure binnen de week een afspraak bekomen bij de desbetreffende sportarts.Sport voor beter comfort

“Sport kent heel wat voordelen waaronder de persoonlijkheidsontwikkeling en de sociale integratie bij kinderen. Dit project draagt hieraan toe, zowel de fysieke als mentale aspecten komen hier aan bod en daar zijn we fier op. Via dit medisch verhaal werken we preventief en brengen we op een laagdrempelige manier voetbal naar de jongeren van het ziekenhuis”, zegt Benjamin Vasseur, Voorzitter van Brussels Football.

Het project vindt plaats in de installaties van Ritterklub Jette & RSD.Jette met daarop aansluitend een voetbalactiviteit voor de doelgroep.   Deze ondersteuning wordt aangeboden door onder andere sportarts Dr. Raymond Edelman (ex-R.S.C.A.) en Nationale jeugdcoach David Van Renterghem. Zij werkten de voorbije maanden nauw samen om oefeningen op maat uit te werken die gelinkt zijn aan de medische pathologieën.

“Door al het mogelijke te doen voor het welzijn van het kind draagt ons ziekenhuis bij aan de eigen ontwikkeling van het kind en zijn ontplooiing in de samenleving. We zijn blij dat we vanuit onze medische professionaliteit dit project naar een hoger niveau kunnen tillen. Sporten is gezond, het wordt ook aan onze patiënten voorgesteld zodra hun medische toestand het toe laat, dus ik ben zeer tevreden dat het Brussels Football samen met ons dit wil vormgeven”, zegt Dirk Tielens, Algemeen Directeur ad interim van het Kinderziekenhuis. 

Vind ons nieuws op onze pagina FacebookTwitterLinkedIn et Instagram

www.huderf30.be