Tag Archief van: diabetologie

Diabetes neemt toe bij kinderen

In het kader van de Wereld Diabetesdag, die elk jaar in november plaatsvindt, geeft dr. Tenoutasse – hoofd van de diabetologiekliniek van het Universitair KinderZiekenhuis Koningin Fabiola (UKZKF) – een update over de toename van het aantal diabetesgevallen bij kinderen. Deze vaststelling geldt zowel voor diabetes type 1 als voor diabetes type 2 – twee chronische ziekten die in het verwijscentrum worden behandeld.

90 % van de diabetici die in het UKZKF worden behandeld, zijn diabetici van type 1

Elk jaar neemt het aantal gevallen van diabetes type 1 helaas gestaag toe met 3 %. Deze vorm van diabetes – ook wel ‘jeugddiabetes’ genoemd – komt bijna nooit voor na de leeftijd van 40 jaar en is niet gekoppeld aan overgewicht. “Deze toename is moeilijk te begrijpen, omdat de factoren die bijdragen aan de ontwikkeling van diabetes type 1 niet goed bekend zijn. Genetische voorbeschiktheid en bepaalde omgevingsfactoren worden onderzocht. Zelfs een kind met een uitstekende levensstijl kan aan deze vorm van de ziekte lijden”, zegt dr. Tenoutasse.

Vroegtijdige diagnose van diabetes type 1: alarmsignalen

In België moeten kinderen met diabetes worden opgevolgd volgens pediatrische overeenkomsten. Dit maakt een bijna exhaustieve telling van de gevallen mogelijk. In het UKZKF-verwijscentrum worden ongeveer 3300 kinderen en jongeren onder de 18 jaar met diabetes type 1 behandeld. Deze chronische ziekte vereist meerdere insuline-injecties per dag. Ze kan worden behandeld en vertraagd, maar nooit worden genezen. Dr. Sylvie Tenoutasse raadt aan om bij de minste twijfel naar uw kinderarts te gaan. De voornaamste symptomen? Een kind dat meer plast dan gewoonlijk, meer drinkt, vermagert, erg moe is … Bij diabetes van type 1 en type 2 kan een spoedige behandeling een leven redden.

Technologische vooruitgang ter verbetering van de levenskwaliteit

Er zijn technologische ontwikkelingen die een betere regulering van de bloedsuikerspiegel bij jonge patiënten mogelijk maakt. “We willen deze kinderen de best mogelijke levenskwaliteit bieden, zodat ze zorgeloos kunnen opgroeien, zonder complicaties door hun diabetes”, vervolgt de specialiste. Zoals bepaalde patches die continu waarden vastleggen. In België kregen meer dan 2000 kinderen deze glucosesensoren om hun bloedsuikerspiegel beter te kunnen monitoren. Dit systeem – in de vorm van een patch –, zoals Flash Glucose Monitoring of andere monitoringsystemen zoals Guardian Connect of GlucoMen day, wordt terugbetaald door het ziekenfonds. Hierdoor kunnen meer patiënten hun bloedsuikerspiegel nauwgezet volgen. Er zijn ook minder ziekenhuisopnames door glykemische ontregeling (daling van 16 % naar 4 %).

140 schoolbezoeken per jaar

Jonge patiënten en hun ouders moeten echter goed worden voorgelicht, en leerkrachten moeten worden begeleid. ”Dit is werk van lange adem”, benadrukt Luminita Negoita, verpleegster gespecialiseerd in diabetologie. “We moeten ook meegaan met de nieuwe technologie: met sommige patches kunnen ouders een sms ontvangen op hun smartphone voor een betere monitoring van de zorg voor hun kind. Ook leerkrachten kunnen zich op deze app aanmelden, met name tijdens bosklassen. We gaan regelmatig rond in de scholen. Daarbij wordt belangrijke informatie verstrekt, vooral voor kleine kinderen. Zo leggen we elk jaar min of meer 140 schoolbezoeken af.”

Diabetes type 2: een verhaal van genen en levensstijl

Diabetes type 2, ook wel ouderdomsdiabetes genoemd, komt vaak voor bij mensen met overtollig vetweefsel. De naam ouderdomsdiabetes is ontstaan doordat vooral oudere mensen aan dit type diabetes lijden. Deze ziekte is deels genetisch bepaald. Bij de voorouders van een patiënt zullen veel meer diabetici worden aangetroffen dan in een gewone familie. De ontwikkeling ervan houdt ook verband met een ongezonde levensstijl: overgewicht, gebrek aan lichaamsbeweging, ongezonde voeding, neiging tot zwaarlijvigheid in de familie, enz.

Toename diabetes 2 ook bij kinderen

De laatste jaren is het aantal minderjarige patiënten met diabetes type 2 toegenomen. Enkele jaren geleden meldden deskundigen in de Verenigde Staten dat één op de twee kinderen diabetes type 2 had. ”In België is dat helemaal niet het geval. Van alle kinderen met diabetes heeft minder dan 10 % deze vorm; de meerderheid heeft diabetes type 1. Twee decennia geleden lag dit percentage echter tussen één en twee procent. Maar het aantal gevallen zal de komende jaren naar verwachting toenemen”, legt dr. Tenoutasse uit.

 

***

|TEAMWORK| Bevordering van een gezonde levensstijl en vroegtijdige behandeling centraal in het multidisciplinaire systeem

Er bestaan strategieën om de ziekte te voorkomen of de ontwikkeling ervan uit te stellen: lichaamsbeweging stimuleren, de kwantiteit en kwaliteit van de voeding verbeteren of gewichtstoename tegengaan. In het kinderziekenhuis werken de teams van de kliniek voor diabetologie, de sportkliniek en de kinderkliniek in balans samen om de patiënten activiteiten en follow-ups aan te bieden die aan hun behoeften zijn aangepast. “Wat diabetes van type 2 betreft, is onze gemeenschappelijke strategie eerder preventie dan genezing. We praten over overgewicht en een gezonde levensstijl tijdens pediatrische consultaties – maar ook op de spoed of bij ziekenhuisopname – om kinderen die onder onze aandacht komen, te identificeren en een check-up aan te bieden. De nadruk ligt ook op de integratie van sport, ongeacht de pathologie, wanneer de toestand van het kind dit toelaat”, legt hoofdarts dr. Beghin uit. De diabetespatiënten en de patiënten van de kinderkliniek in balans kunnen meer bepaald deelnemen aan het programma van de sportkliniek, in samenwerking met de beroepscoaches van Brussels Football waarmee het UKZKF sinds 2019 een partnerschap heeft opgezet.

|ZORGTRAJECT| Workshops rond diabetes: informeer naar het programma!

Afhankelijk van de ziekte, de leeftijd, de behoeften en de interesses stelt het multidisciplinaire team voor om deel te nemen aan individuele of collectieve workshops om elkaar te helpen en in vertrouwen te kunnen praten over thema’s zoals gevoelens, gewaarwordingen, meisjeskwesties, enz. Andere workshops hebben een educatief doel, zoals de voedingsworkshops om op een leuke en immersieve manier het belang van de voedselpiramide te leren.

| TRANSITIE | Een gepersonaliseerd autonomiseringstraject om de overgang naar het ziekenhuis voor volwassenen te vergemakkelijken

Zodra ze 16 jaar of ouder zijn, beginnen de patiënten aan een overgangsprogramma. Wat is de bedoeling hiervan? Het waarborgen van de continuïteit van de zorg, zodat de patiënt die binnen het team werd opgevolgd, niet verliest wat hij al heeft verworven en zo zelfstandig mogelijk met zijn ziekte kan omgaan. Op het moment van de overgang naar een dienst voor volwassenen moet de patiënt zijn ziekte kennen, beslissingen in verband met zijn behandeling kunnen begrijpen, weten hoe hij de symptomen onder controle moet houden, in staat zijn alarmsignalen te herkennen en dus weten wanneer hij naar het ziekenhuis moet komen. Kortom, hij moet actor van zijn eigen gezondheid zijn. “Concreet brengen we het onderwerp voorzichtig aan en als de patiënt zich er klaar voor voelt, stellen we hem een eerste gemeenschappelijke consultatie voor. We willen ons echt aanpassen aan zijn tempo. Deze overgang van de pediatrie naar een ‘volwassen’ behandeling is voor hen synoniem voor autonomie, meer vrijheid. Andere patiënten kunnen zich dan weer in de steek gelaten voelen. Vandaar het belang van een geleidelijk proces en vooral een proces dat aan elke patiënt is aangepast”, legt dr. Tenoutasse uit.

 

Meer info : Diabetologie – UKZKF (huderf.be)

De Kliniek voor Diabetologie maakt een stand van zaken over de ziekte, de opsporing en de behandeling

Deze chronische ziekte brengt vaak heel wat verantwoordelijkheden met zich die voor kinderen soms zwaar om te dragen zijn. Vaak vernemen ze hun ziekte immers al op een leeftijd dat ze nog lang niet zelfstandig zijn. Opdat ze al die veranderingen beter zouden kunnen verteren, is het belangrijk dat de kinderen en hun familie goed worden begeleid. Een overzicht van de medische en therapeutische begeleiding van jongeren, hun familie en hun omgeving door het team van de Kliniek voor Diabetologie van het UKZKF ter gelegenheid van werelddiabetesdag op deze 14 november.

Diabetes bij kinderen: stand van zaken in België
In België lijden 45.000 personen, onder wie meer dan 3.200 kinderen jonger dan 18 jaar, aan diabetes (type 1). Vandaag worden meer dan 550 kinderen en hun familie opgevolgd in de Kliniek voor Diabetologie van het UKZKF, het grootste centrum voor pediatrische diabetologie van België waar 1/6e van alle jonge Belgische diabetespatiënten (kinderen en adolescenten) op consultatie komt.

Diabetes is een chronische ziekte. Ze ontstaat als de β cellen van de pancreas niet meer voldoende insuline aanmaakt of als het lichaam er niet meer in slaagt om de insuline die het produceert doeltreffend te gebruiken. Insuline is een hormoon dat werkt als een sleutel die de glucose in ons bloed toegang verleent tot onze cellen, zodat die ze kunnen gebruiken als energiebron.

Het diabetesonderzoek is er nog niet in geslaagd om te bepalen wie diabetes zal krijgen en of de ziekte erfelijk is of niet of er preventie middelen bestaan. Telkens zich in de Kliniek voor Diabetologie een nieuwe patiënt aandient, worden ook de broertjes en zusjes en de ouders uitgenodigd voor een test (glucose en andere factoren). 

Beter herkennen van de tekenen en symptomen om te kunnen behandelen vóór de piek
Werelddiabetesdag is een uitstekende gelegenheid om de aandacht van ouders, leerkrachten maar ook zorgverstrekkers te vestigen op de tekenen en symptomen van diabetes bij kinderen.

Bron: ABD

Waakzaamheid is geboden als het kind vaker dan normaal plast (we spreken dan van polyurie) of drinkt (polydipsie) en als het sterk vermagert, snel vermoeid wordt of uitdrogingsverschijnselen vertoont.

De bekendste symptomen lijken soms onschuldig en 

doen dus niet meteen denken aan diabetes. Als de tekenen niet worden herkend, kan de toestand van het kind heel snel erger worden. Soms komt het in wat we noemen een ketoacidotische coma terecht, het insulinetekort in het bloed is dan zeer ernstig“, benadrukt dokter Tenoutasse. In de ergste gevallen kan zo’n ketoacidotische coma fataal zijn of ernstige gevolgen of dood als er geen behandeling bestaat.

De kliniek voor Diabetologie
De Kliniek voor Diabetologie werd al kort na het Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola opgericht, nu 30 jaar geleden. In 1997 erkende het Riziv officieel het bestaan van centra voor pediatrische diabetologie met de ‘revalidatieovereenkomst inzake zelfregulatie van diabetes mellitus bij kinderen en adol

escenten’. Vandaag zijn in België 11 centra voor pediatrische diabetologie erkend.

Het team van de Kliniek voor Diabetologie van het UKZKF is samengesteld uit kinderartsen, verpleegkundigen, diëtisten, een psychologe, een secretaresse en een maatschappelijk werkster. Nieuwe patiënten gaan eerst op consultatie bij een arts. Daarna volgt een hospitalisatie van een tiental dagen. Al die tijd worden het kind en zijn ouders dagelijks opgevolgd door artsen, verpleegkundigen, diëtisten en de psychologe. Samen stellen ze het beste insuline injectieschema op en het hele gezin krijgt tips over hoe ze hun levensstijl kunnen aanpassen aan de di

abetes. Na de hospitalisatie komt de patiënt regelmatig op consultatie in de Kliniek voor Diabetologie waar het team hem opvolgt naargelang dit nodig is.

Een pluridisciplinaire aanpak is cruciaal voor de optimale behandeling en begeleiding van jongeren, hun familie en hun omgeving. Die aanpak omvat de aanpassing van het medische hulpmiddel en uitleg over de ziekte en zelfmanagement van de diabete , hulp aan het kind om zelfstandiger te worden, interventies op school, tips over gepaste voeding, aanmoediging tot sporten, begeleiding van de broertjes en zusjes van de jonge patiënt …

Focus op de ‘overgang’

Dankzij de vooruitgang in de geneeskunde bereiken steeds meer pediatrische patiënten met een ernstige chronische ziekte tegenwoordig de volwassen leeftijd. Ze moeten dan overschakelen van een pediatrische afdeling naar een ‘volwassen’ afdeling. Hoe organiseren de teams van het Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola en het UVC Brugmann zich om de overgang tussen deze twee types behandeling optimaal te laten verlopen? Ontdek het samen met ons …

Om de uitdagingen van deze overgang beter te begrijpen, vertrekken we vanuit een voorbeeld van een kind met een ernstige bloedziekte, sikkelcelziekte. Voor de meeste patiëntjes bestaat er geen behandeling om deze ziekte te genezen. Het is echter wel mogelijk – via een nauwgezette medische opvolging – om de complicaties verbonden aan sikkelcelziekte te voorkomen of behandelen.
Tegenwoordig bereikt een zeer grote meerderheid van onze sikkelcelziektepatiëntjes de volwassen leeftijd”, aldus prof. Alina Ferster, hoofd van de kliniek voor Hemato-oncologie van het UKZKF. Dat is bijvoorbeeld het geval voor ons patiëntje: hij is ondertussen een adolescent. Zijn lichamelijke problemen, maar ook zijn verwachtingen en bezorgdheden vallen niet langer binnen het domein van de pediatrie en hij zal weldra het UKZKF moeten verlaten. “Om continuïteit in de kwaliteit van de behandeling te garanderen, werken wij vooral samen met de medische teams van het UVC Brugmann”, vervolgt prof. Ferster. “Het UKZKF en het UVC Brugmann vangen al jaren een groot aantal sikkelcelziektepatiënten op. We hebben dus een erkende expertise kunnen opbouwen.”

Van het ene team naar het andere

Sikkelcelziekte geeft problemen met het bloed, maar ook de hersenen, het hart, de nieren, de ogen en moeilijkheden op psychologisch en sociaal vlak… Wanneer de patiënt de ene instelling verlaat om naar een andere te gaan, moet heel het multidisciplinaire team rond hem veranderen”, aldus prof. André Efira, honoraris kliniekhoofd in de kliniek voor Hemato-oncologie van het UVC Brugmann. “Wij hebben het geluk op dezelfde campus te beschikken over een groot kinderziekenhuis én een ziekenhuis voor volwassen, die een doorgedreven behandeling voor dit soort bloedziekte aanbieden. We komen vaak samen met onze collega’s van het UKZKF. We praten dan over patiënten die in de nabije toekomst zullen worden behandeld op de dienst ‘volwassenen’ van de afdeling Hemato-oncologie. Wat zijn hun specifieke kenmerken? Welke moeilijkheden ondervinden ze? Hoe zien de pediaters hun verdere behandeling? Ook de liaisonverpleegkundigen van elke instelling hebben voor de transfer van patiënten regelmatig contact. Op die manier wordt de continuïteit van de behandeling gegarandeerd”.

Voorbereiding van de overgang

De overgang wordt altijd voorbereid. Net als onze sikkelcelziektepatiënt zijn adolescenten die naar een volwassen afdeling gaan sinds hun geboorte regelmatig opgevolgd door hetzelfde team. De overschakeling van de ene naar de andere dienst moet dus zo geleidelijk mogelijk verlopen. “We praten erover met de patiënten gedurende ongeveer een jaar, voordat we de fakkel doorgeven aan onze collega’s”, preciseert prof. Ferster. “Bovendien komt een team van het UVC Brugmann minstens eenmaal per jaar naar het UKZKF om de dienst ‘volwassenen’ voor te stellen en de manier waarop de behandeling georganiseerd zal worden, toe te lichten. De pediatrische patiënten worden ook uitgenodigd voor een bezoek aan de afdelingen Hemato-oncologie van het UVC Brugmann.” Vorig jaar zijn overigens voor het eerst ontmoetingen georganiseerd tussen ‘volwassen’ patiënten en pediatrische patiënten die op het punt staan te worden getransfereerd. “Deze praatgroepen gericht op de patiënten waren een onverdeeld succes en leverden vruchtbare uitwisselingen op”, vertelt prof. Efira blij.

Credits: F. Raevens

5 sleutelfasen: de overgang stap voor stap

Veel afdelingen van de Osiris-campus zijn betrokken bij transfers. Elke afdeling heeft een specifiek traject voor haar patiënten ontwikkeld, maar de grote stappen in het proces zijn gemeenschappelijk voor alle afdelingen. Een voorbeeld.

#1: therapeutische educatie in de pediatrie

Het voorbeeld van sikkelcelziekte
Op het moment van de diagnose – wanneer het kind nog heel klein is – richten we ons voornamelijk tot de ouders”, aldus Malou Ngalula, referentieverpleegkundige ‘sikkelcelziekte’ in het UKZKF. In een tweede fase richten de teams zich steeds meer tot het kind. “Naarmate de patiënt opgroeit, praat ik direct met hemzelf”, bevestigt Malou Ngalula. “Ik vraag hem hoe hij zich voelt, welke geneesmiddelen hij neemt … Ik baseer mij op zijn dagelijkse leven (school, vrije tijd, excursies …) om samen te zoeken naar oplossingen voor de problemen die hij mogelijk ondervindt. Het doel is het kind opnieuw centraal te stellen in de gesprekken. Dat helpt de overgang die enkele jaren later zal plaatsvinden, voor te bereiden.”

Op het moment van de overgang naar een dienst voor volwassenen moet de patiënt zijn ziekte kennen, beslissingen in verband met zijn behandeling kunnen begrijpen, weten hoe hij de symptomen onder controle moet houden, in staat zijn alarmsignalen te herkennen en dus weten wanneer hij naar het ziekenhuis moet komen. Kortom, hij moet actor van zijn eigen gezondheid zijn.”

#2: de patiënt als ‘actor’ van zijn gezondheid

Credits : F. Raevens

Het voorbeeld van mucoviscidose
Al heel vroeg hebben we een georganiseerd en gestructureerd overgangsproces ontwikkeld”, benadrukt dr. Laurence Hanssens, kliniekhoofd van Pneumologie aan het UKZKF. “In de loop der tijd hebben we onze projecten verfijnd. Het proces dat we aan onze patiënten aanbieden, is gespreid over verschillende jaren en heet MOVE UP, als duidelijke verwijzing naar het idee van progressie in de behandeling.”
Rond de leeftijd van 14 of 15 jaar worden onze patiënten met hun ouders ontvangen door een psychologe van het team. Ze worden uitgenodigd om een vragenlijst in te vullen waarmee een stand van zaken kan worden opgemaakt van hun kennis over de ziekte en de behandeling ervan. De idee is ook de vragen die de patiënt zich mogelijk stelt, de problemen die hem bezighouden, de angsten die hij misschien heeft, enz., te belichten. Deze vragenlijst vormt de basis van de overgang die we later samen met hem realiseren. Gedurende ongeveer een jaar wordt de patiënt in het UKZKF gezien door elk lid van het team (artsen, apotheker, kinesitherapeut, maatschappelijk werker, diëtist, psycholoog …)”, vervolgt dr. Hanssens. “Na afloop van dat jaar wordt hij uitgenodigd om dezelfde vragenlijst nog een keer in te vullen om te evalueren hoe zijn kennis geëvolueerd is. Vervolgens krijgt hij een informatiebrochure die door onze afdeling is opgesteld. In deze brochure wordt het team van het Erasmusziekenhuis voorgesteld, een team waarmee wij nauw samenwerken. We leggen er ook in uit hoe de behandeling zal verlopen gedurende de drie komende jaren, meer specifiek met afwisselend consultaties in elke instelling.”

#3: het doorgeven van de fakkel

Credits : L. Bazzoni

Het voorbeeld van stofwisselingsziekten
De overgang is een cruciale stap voor de patiënten. Het is een kritieke periode, waarin het risico dat ze aan de behandeling ontsnappen, reëel is. We moeten er dus heel goed op letten dat de overgang van de ene naar de andere dienst optimaal verloopt”, aldus dr. Corinne De Laet, kliniekhoofd op de afdeling Stofwisselingsziekten. “We werken samen met de dienst Interne geneeskunde van het UVC Brugmann”, gaat ze verder.
We organiseren eenmaal per week gemeenschappelijke consultaties in het UKZKF. De patiënten worden uitgenodigd op twee of drie van dit soort afspraken voordat ze overgaan naar een dienst voor volwassenen. Op die manier leren ze het medisch team kennen dat hen zal opvolgen en krijgen ze informatie over de manier waarop de behandeling zal verlopen en over wat ze zelf zullen moeten doen, enz.

 

#4: de patiënt als belangrijkste gesprekspartner

Het voorbeeld van aangeboren hartziekten
De medische behandeling van aangeboren hartziekten is verdeeld over twee verschillende entiteiten. “Een goede samenwerking tussen de teams is essentieel voor een geslaagde overgang”, benadrukt prof. Pierre Wauthy, diensthoofd Hartchirurgie. “Daarom hebben we een pediater (dr. Hugues Dessy) en een cardioloog voor volwassenen (dr. Marielle Morissens), die de verbinding tussen de twee soorten behandeling garanderen.”

Credits : F. Raevens

In de pediatrie zijn de voorkeursgesprekspartners nog vaak de ouders. Maar tijdens de ‘overgangsconsultatie’ die ik wekelijks in het UKZKF houd, richt ik mij vooral tot de patiënt, zelfs wanneer zijn ouders aanwezig zijn”, aldus dr. Marielle Morissens. “In de praktijk is deze consultatie bestemd voor jongeren van 16 tot 18 jaar met een aangeboren hartaandoening. Maar het gebeurt dat bepaalde patiënten die nog niet klaar zijn om de pediatrische omgeving te verlaten, langer naar deze consultaties blijven komen”, preciseert dr. Morissens. “Deze consultaties zijn voor de patiënten een gelegenheid voor een eerste contact met een cardioloog voor volwassenen in een vertrouwde omgeving, soms in aanwezigheid van een pediater die hen tijdens hun kindertijd heeft opgevolgd. Tijdens deze afspraken stel ik mij voor en leg ik de patiënt uit waarom hij voortaan als ‘volwassen’ patiënt zal worden behandeld. Ik kom ook terug op de hartaandoening waaraan hij lijdt en leg hem de redenen uit waarom hij levenslang moeten blijven worden opgevolgd. Dat is cruciaal om te vermijden dat de patiënt zijn behandeling gaat verwaarlozen.”

#5: de therapeutische educatie gaat door

Het voorbeeld van sikkelcelziekte
Eens volwassen hebben ook sikkelcelziektepatiënten behoefte aan een nauwgezette medische opvolging. “Naarmate de ziekte evolueert, moet de behandeling aangepast worden. Het is cruciaal dat duidelijk uit te leggen aan de patiënt om de therapietrouw te bevorderen”, legt Blanche Dohet, referentieverpleegkundige ‘sikkelcelziekte’ in het UVC Brugmann uit. “De adolescentie is een bijzondere periode voor de patiënt”, voegt ze toe. “Hij zal belangrijke keuzes moeten maken op het vlak van zijn studies, zijn beroepsleven, de plaats waar hij zal wonen … Dat betekent dat hij zal moeten omgaan met veel veranderingen, en tegelijk met de overgang naar een andere afdeling. En dan vergeten we nog dat de adolescentie soms samengaat met een rebelse houding: weigeren zich te identificeren met de ziekte, absoluut willen kunnen leven zoals iedereen … Allemaal parameters waarmee we rekening moeten houden.”


Zich aanpassen aan de patiënt

Het voorbeeld van de diabetologie

De overgang bestaat in de meeste afdelingen van de Osiris-campus al jaren, maar het traject dat wordt aangeboden aan diabetespatiënten is nog maar onlangs ingevoerd. Tot begin juli 2017 had het UKZKF namelijk een dubbele conventie voor diabetologie (voor pediatrische en volwassen patiënten). Een groot aantal volwassen diabetespatiënten werd nog opgevolgd in het kinderziekenhuis. “Het RIZIV heeft echter een einde gemaakt aan deze volwassen conventie in het UKZKF en we werden verplicht op zeer korte tijd een overgangsproces te organiseren”, legt dr. Hakan Bodur, adjunct-kliniekhoofd Endocrinologie in het UVC Brugmann. “Concreet brengt de pediater het onderwerp voorzichtig aan en als de patiënt zich er klaar voor voelt, stellen we hem een eerste gemeenschappelijke consultatie voor. We willen ons echt aanpassen aan zijn ritme!

Sommige patiënten zien de overgang als iets positiefs”, stelt dr. Sylvie Tenoutasse, kliniekhoofd  diabetologie in het UKZKF, vast. “Deze overgang van de pediatrie naar een ‘volwassen’ behandeling is voor hen synoniem voor autonomie, meer vrijheid. Andere patiënten voelen zich dan weer ‘losgelaten in de natuur’. Daarom is een gepersonaliseerd, aan de patiënt aangepast proces zo belangrijk.”

 

Credits : F. Raevens

 ‘Tot ziens’

De relatie die in de loop der jaren is opgebouwd tussen de patiënten en de teams is duurzaam. We leggen hen uit dat onze deur altijd openblijft! Ze weten dat we altijd beschikbaar zijn als ze vragen of zorgen hebben, of als ze ons willen terugzien, dag willen komen zeggen en – wie weet – ons hun partner en kinderen willen voorstellen.

Malou Ngalula

 

 

 

 

 

 

 


www.huderf.be

www.uvc-brugmann.be

Aude Dion
Bron : Osiris News (n° 48, december 2017 – februari 2018)